Dag tot dag

​

Dag 1 (Aankomst in Nepal)

Aankomst in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Op het vliegveld staat er een taxi van ons te wachten om je naar het hotel te brengen. 

​

Dag 2 (Kathmandu)

Kennismaking met Kathmandu. We maken een excursie naar een aantal tempels en wandelen door de drukke straten van Thamel, de toeristenwijk van Nepal. 

​

Dag 3 (Kathmandu-Bhulbhulbe) 

We pakken vanuit de hoofdstad van Nepal de jeep naar Bhulbhulbe. De rit voert ons in eerste instantie over de drukste snelweg van het land, maar daarna bereiken we al snel de voetheuvels die het begin van de trek rondom Annapurna vormen. We slapen de eerste nacht op 900 meter hoogte.

​

Dag 4 (Bhulbhulbe-Shange) 

De trek begint met een intensieve klim naar het charmante dorpje Bahundanda. Daar zien we voor het eerst de majestueuze uitlopers van het Annapurna-massief. Daarna dalen we richting de rivier Marsyangdi, die we volgen tot het dorp Shange (1100 meter).

​

Dag 5 (Shange-Tal) 

Vandaag begint het landschap al dramatisch te veranderen. Na een brug over de rivier te zijn gepasseerd, komen we in een vallei die wordt gedomineerd door watervallen. We slapen in Tal (1700 meter), dat in een brede vallei ligt.

​

Dag 6 (Tal-Chame) 

Langzaam klimmen we omhoog richting Darapani. In het stadje kruisen de routes van het Annapurna Circuit en het Manaslu Circuit zich. Het ruige, rotserige pad klimt naar Tyanja, dwars door het woud, nabij de rivier. Daarna bereiken we Chame (2600 meter), het hoofdstadje van het district Manang.  

​

Dag 7 (Chame-Pisang) 

Twee lange hangbruggen markeren het begin van deze dag. Vandaag winnen we opnieuw flink hoogte, wanneer we aankomen in Pisang. Het dorpje dat op een steile berghelling ligt, tikt al gauw de 3300 meter aan.

​

Dag 8 (Pisang-Manang) 

Het klimaat begint nu een stuk droger te worden, omdat dit deel van de trekking weinig invloed kent van de jaarlijkse moesson die over Nepal trekt. We kiezen ervoor om langs de noordoever van de rivier te lopen. Dit is iets zwaarder dan de zuidoever, maar we worden hierdoor wel beloond met de mooiste uitzichten. We slapen in Manang op 3500 meter.

​

Dag 9 (rustdag Manang) 

Deze dag gebruiken we om te rusten en te wennen aan de ijle lucht op ongeveer 3500 meter hoogte. We kunnen ervoor kiezen om een tripje te maken naar een ijsmeer op 4000 meter hoogte, óf we kunnen lekker chillen.

​

Dag 10 (Manang-Ledar)  

De boomgrens wordt vandaag bereikt. We komen in de buurt van de Thorung La-pas. We volgen nu niet langer de rivier, maar buigen af richting Ledar waar de jaks tevreden grazen. We slapen op 4300 meter. 

 

Dag 11 (Ledar-High Camp) 

Vandaag is een korte dag: al vrij snel bereiken we High Camp, de uitvalsbasis voor de Thorung La-pas. We brengen de nacht door op 4600 meter, de hoogste slaapplek van de trip. 

​

Dag 12 (High Camp-Muktinath)

Vroeg in de ochtend beginnen we met de klim naar de pas. De weg naar Thorung La (5400 meter) is niet technisch, maar kan door de ijle lucht wel zwaar zijn. Op de pas bereiken we het letterlijke hoogtepunt van de reis. De vergezichten zijn hier werkelijk adembenemend. We dalen af naar Muktinath, dat aan de droge kant van het massief ligt. Trekkers die hier komen, krijgen een voorproefje van hoe Tibet eruitziet. 

​

Dag 13 (Muktinath-Tatopani)

We nemen de Jeep naar Tatopani (1200 meter). 

​

Dag 14 (Tatopani-Ghorepani)

We klimmen flink vanuit Tatopani richting Ghorepani (2800 meter) om Poon Hill te bereiken. Poon Hill is hét beste uitzichtpunt op zowel de Annapurna als de Dhaulagiri. We kunnen ook kiezen om Poon de dag erna te bereiken, tijdens zonsopgang. 

 

Dag 15 en 16 (Ghorepani-Nayapul-Pokhara)

Na Poon Hill volgt er een lange afdaling die zwaar is voor de knietjes, maar wel voldoening geeft. We bereiken het eindpunt Nayapul en gaan per bus terug naar Kathmandu. Trekkers kunnen er ook voor kiezen om een paar dagen in Pokhara te verblijven. 

​

Dag 17 (Kathmandu)

Genieten van het succes van een geslaagde trekking en voorbereiding op de terugreis.